The Royal Tenenbaums
Tragikomedie van Wes Anderson (The Grand Budapest Hotel) met Gene Hackman – in zijn laatste grote rol voor zijn acteerpensioen – als de pater familias van de excentrieke familie Tenenbaum.
Twee zonen en een geadopteerde dochter: een financieel genie, een jonge tenniskampioen en een getalenteerd toneelschrijfster. Als hun vader, advocaat Royal, door toedoen van een van zijn zonen wordt geschorst, besluit hij zijn gezin te verlaten. De liefhebbende moeder moet de veelbelovende kinderen maar verder begeleiden op weg naar een succesvol leven. Twintig jaar later, als Royal weer opduikt, blijkt dat te zijn mislukt. De kinderen hebben zich ontwikkeld tot briljante brekebenen. Met het verhaal dat hij ongeneeslijk ziek is en nog maar zes weken te leven heeft, probeert Royal de barsten in de familie weer te lijmen. Intussen wil hij ook het geplande huwelijk van zijn ex verhinderen.
The Royal Tenenbaums wordt verteld alsof het een boekverfilming is. De film is verdeeld in hoofdstukken waaruit Alec Baldwin als voice-over passages voorleest. In werkelijkheid bestaat het boek helemaal niet.
In 2001 stond Wes Anderson nog aan het begin van zijn carrière, maar alle typerende kenmerken van zijn latere films zijn hier al aanwezig, van de absurde, kurkdroge en zwarte humor tot de eigenzinnige en tot in de kleinste details uitgewerkte aankleding. Knap is hoe Anderson zijn op het eerste oog karikaturale personages toch neerzet als echte mensen waarvan je gaandeweg gaat houden. Met een glansrol voor Gene Hackman als de liegende, bedriegende, pathetische maar tegelijkertijd o zo charmante vader. (jc)