Borg McEnroe
1980. Björn Borg is een van de grootste tennissers van zijn tijd. Hij moet het opnemen tegen het jonge talent John McEnroe, een totaal andere tennisser en persoonlijkheid dan hij. In de finale van Wimbledon nemen deze twee iconen het tegen elkaar op.
Het is geen geheim dat veel toptennissers een zekere vorm van obsessie met zich meedragen. Denk aan de dwangmatige rituelen van Rafael Nadal of het eindeloos stuiteren met de bal voor een service van Novak Djokovic. Niet verwonderlijk eigenlijk, in een topsport waar spelers continu een torenhoog niveau van zichzelf eisen en erg weinig ruimte overlaten voor fouten. Nog meer dan een strijd op de baan is een match een strijd in het eigen hoofd. Degene die daar het beste mee om kan gaan komt doorgaans als winnaar uit de bus. Juist dat gegeven maakt de legendarische clash tussen Björn Borg en John McEnroe boeiend, maar tegelijkertijd lastig te vertalen naar het witte doek.
In 1980 troffen Borg en McEnroe elkaar in een legendarische Wimbledon-finale, die tientallen jaren later nog steeds als een van de beste potjes in de geschiedenis van de sport wordt gezien. De destijds nog maar vierentwintigjarige Zweed was al jaren een icoon en op jacht naar een mogelijke vijfde zege in het toernooi op rij, de éénentwintigjarige Amerikaan zijn uitdager, bezig aan een stormachtige opmars op het hoogste podium. Meer nog dan een gevecht tussen twee grootmachten is het een ontmoeting tussen twee totaal contrasterende persoonlijkheden. Borg is de onderkoelde perfectionist, een binnenvetter die aan de oppervlakte de kalmheid zelve lijkt, maar in zijn hoofd permanent op het randje staat te bezwijken onder de immense druk. McEnroe kent diezelfde drang om de beste te willen zijn, maar bereikte met zijn explosieve karakter en plotselinge woede-uitbarstingen al snel een beruchte status binnen de beschaafde cultuur van de sport. Met LaBeouf in de gelederen zou je je als regisseur in dat opzicht geen geschiktere vertolker kunnen wensen.