Rimini
Ulrich Seidl (Paradies: Liebe) toont ons de tragikomische lotgevallen van schlagerzanger Richie Bravo die bijklust als gigolo in winters Rimini.
Denk aan een Oostenrijkse mix tussen Demis Roussos en Johnny Hallyday en je hebt Richie Bravo. Het toppunt van vergane glorie die zijn drank- en gokverslaving financiert met optredens voor bejaarde toeristen, betaalde seks met, inderdaad, bejaarde fans en het verhuren van zijn totaal smaakloze woning, die volhangt met zijn beeltenissen. Richie’s leven wordt overhoopgegooid als zijn dochter Tessa weer in zijn leven verschijnt. Net volwassen geworden eist ze van hem € 30.000, als compensatie voor alle gemiste verjaardagscadeaus en de auto die de continu afwezige vader nooit voor haar kocht.
Bij een nieuwe film van Seidl, onder meer ook bekend van zijn documentaire portret van Oostenrijkers in hun kelder, hoort altijd een bijsluiter. Zijn films zijn extreem gestileerd, met strakke kaders, zonder enige opsmuk. En hij toont de mens op z’n allerlelijkst, ploeterend en zonder moreel besef. Dat geldt ook voor de sjacherende narcist Richie, waar je ondanks alles toch sympathie voor ontwikkelt. Ook dat hoort bij Seidl. Waar wij misschien een misantroop zien, vindt hij zichzelf een humanist die de mens (en het menselijk leven) toont in al zijn kwetsbaarheid. (jc)