Werckmeister Harmóniák
Als een circus neerstrijkt in een klein Hongaars stadje, raakt de bevolking in de ban van een geheimzinnige ‘prins’ die het stadje meesleurt in een collectieve vernietigingsroes.
De bewoners van het provinciestadje vergapen zich aan de belangrijkste attracties van het circus, zoals het opgezette skelet van een walvis en een geheimzinnige ‘prins’ die als een ware demagoog de bevolking in zijn greep probeert te krijgen. Sommige inwoners raken hun controle over de gebeurtenissen kwijt, anderen proberen een slaatje te slaan uit de ontstane wanorde.
Met WERCKMEISTER HARMÓNIÁK voltooide Béla Tarr de trilogie waartoe ook DAMNATION (1988) en SÁTÁNTANGÓ (1994) behoren. Opnieuw werkte Tarr samen met de Hongaarse romanschrijver László Krasznahorkai, die al enkele jaren getipt wordt als een mogelijke winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur. Alle drie de films zijn te interpreteren als een commentaar op de kwetsbaarheid van de menselijke beschaving. Het vernislaagje van de beschaving is flinterdun en er is weinig nodig om dierlijke instincten in de mens naar boven te halen. Als angst en irrationaliteit het overnemen van de rede; dat zijn de momenten waarop de mensheid zich door twijfelachtige leiders laat ophitsen.